Getalschieting

From Pijl en Boog
Jump to navigationJump to search

Getalschieting

De getalschieting was een speciaal type wedstrijd dat veel in de regio rond Antwerpen en tot in Zuid-Nederland geschoten werd. Het doel, dat in de vorm van een ruit opgehangen werd, werd verdeeld in 24 vakjes en aan elk vakje werd een score van 1 tot 24 gegeven. Door de specifieke plaatsing van de cijfers is het een uitdagend doel wat een mooie wedstrijddynamiek verzekerd. Schutters telden tijdens de wedstrijd hun punten op. Op zo'n wedstrijd werden de prijzen gegeven aan 'hoogste getal', enz.

Hieronder een afbeelding van een miniatuurversie van zo'n doel, wat gebruikt werd tijdens de jaarlijkse koningsschieting. De foto hieronder is de afbeelding van de verpakking van een stempel die gebruikt werd om zo'n miniatuurversie van zo'n getalschieting blazoen te maken. Het blazoen van de getalschieting bestond in 2 versies: een normale en een die een radiale structuur had. De afbeeldingen hieronder zijn de stempels voor zo'n miniatuur blazoen voor getalschieting dat gebruikt werd tijdens de koningsschieting. Telkens een schutter in het mini – blazoentje schiet wordt dit door een onpartijdige scheidsrechter afgenomen. Uur en naam van de schutter wordt langs de achterkant genoteerd en er wordt een nieuw mini-blazoentje opgekleefd. Koning is diegene die het dichtst bij de roos geschoten heeft in de kortste tijd na de start van de koningschieting. Eerste en tweede prins zijn diegenen die op het koningschap volgen.

Uitleg over getalschieting door Jef Torfs

Vroeger had men de maand van de getalschietingen na de oogst van de zomergewassen .
De schutters deden dan elke zondag 2 of 3 cafés aan om de goede oogst te vieren en de bevriende schutters
te bezoeken . Het “binnenschieten” zoals je kan lezen in het reglement was een extra pintje .
De schutters verplaatsten zich toen nog met paard en kar. Ge kon ook geen boete krijgen voor dronken rijden.

Reglement getalschieting

Dit reglement is afkomstig uit het reglement van de Zuiderbond.

  1. Getalschieting
    1. Een getalschieting is een "ringenschieting". Er wordt geschoten op het zogenaamd "Antwerps blazoen". Dit is voorzien van 25 ringen, genummerd van 1 tot 25.
    2. Een wedstrijd wordt symbolisch onderverdeeld in twee "doelen". Op elk doel worden twee reeksen van 6 maal 1 pijl geschoten, dus in totaal 24 schot.
    3. Proefpijlen zijn niet toegelaten. De toegestane tijd om een pijl te schieten is 45 sec.
    4. Een recurveschutter welke in totaal 35 punten of meer lukt, door in de genummerde ringen te schieten, in eenzelfde reeks van 6 pijlen heeft "binnengeschoten". Hij kan dit dus maximaal vier keer doen. Hij ontvangt daarvoor 1,30 € per keer. Compoundschutters moeten 65 schieten om binnen te schieten.
    5. De ringen hebben een doormeter van 6 cm. behalve de roos (25-ring) en de vier hoeken (21-22-23 en 24 ringen); deze hebben een doormeter van 5 cm.
    6. Een pijl welke van een der ringen terugspringt mag herschoten worden.
    7. De inleg bedraagt 3 €.
    8. De ereprijzen zijn als volgt :
      1. De meeste Rozen (zwarte ring 25)
      2. De meeste Hoeken (rode ringen 21-22-23-24)
      3. De meeste Enen (groene ring 1)
      4. De meeste Tweeën (blauwe ring 2).
        1. Dit alles per reeks van 6 pijlen en per doel.
        2. Ereprijzen die niet geschoten zijn, worden niet uitbetaald.
    9. Per schijf van 25 deelnemers worden acht van deze ereprijzen uitbetaald (4 per doel), aan de volgende tarieven:
      1. doel 1 (eerste en tweede reeks)
        1. Rozeprijs 0.20 € per deelnemer
        2. Hoeken 0.20 € per deelnemer
        3. Enen 0.10 € per deelnemer
        4. Tweeën 0.10 € per deelnemer
      2. doel 2 (derde en vierde reeks)
        1. Rozeprijs 0.20 € per deelnemer
        2. Hoeken 0.20 € per deelnemer
        3. Enen 0.10 € per deelnemer
        4. Tweeën 0.10 € per deelnemer
    10. Vanaf de 26ste deelnemer wordt er een tweede reeks prijzen uitbetaald. De eerste reeks krijgt dan het tarief vermenigvuldigd met 25 en de tweede reeks het tarief vermenigvuldigd met het aantal deelnemers boven de 25. Vanaf 51 schutters volgt een derde reeks, enz.
    11. Een schutter kan slechts één ereprijs per doel verdienen. De hoogste prijs telt eerst.
    12. Ingeval van gelijk aantal schutters voor een ereprijs wordt deze gedeeld door 2 winnaars en indien er meer zijn wordt de prijs bij loting aangeduid.
    13. Een schutter welke binnen schiet krijgt onmiddellijk na de wedstrijd, 1,30 € per prijs uitbetaalt. Ereprijzen worden het volgend jaar uitbetaald. De compoundschutters krijgen dezelfde ereprijzen aan dezelfde waarde in een aparte categorie .Schutters tot en met 14 jaar kunnen op 12 meter deelnemen en krijgen dezelfde ereprijzen aan dezelfde waarde in een aparte categorie
    14. De periode loopt van begin september tot eind oktober.
    15. Schieturen: zaterdag en zondag vanaf 10 uur. Schutters welke vóór 16 uur aanwezig zijn moeten steeds worden toegelaten. Indien de inrichter toelaat, mag er voorgeschoten worden.
    16. Clubs welke over geen eigen voldoende schietbaar lokaal beschikken, kunnen beroep doen op een andere vereniging om een inrichting te kunnen hebben.
    17. Geldprijzen welke na 1 jaar nog niet opgevraagd werden, worden eigendom van de inrichtende vereniging.
    18. De inrichters worden verzocht minstens drie doelen op te stellen. Voldoende ruimte moet naast de blazoenen voorzien zijn om zonder risico naar de hoeken te kunnen schieten. Doelblokken van minstens 80 x 80 cm. zijn verplicht.
    19. Laag getal : Dit getal wordt achteraf berekend en is het totaal punten per reeks waarop werkelijk werd binnengeschoten. Dit betekent dat, per doel bekeken, achteraf nog schutters mogen uitbetaald worden welke minder dan 35 punten hebben geschoten. Is dit lage getal hoger dan 35, dan moet echter door de schutters welke werden uitbetaald, een terugbetaling gedaan worden voor alle resultaten beneden het laag getal. Dat moet het volgende jaar gebeuren.
    20. De berekening van dit lage getal gaat als volgt :
      1. Het is de bedoeling dat er evenveel malen "binnenschieten" wordt uitbetaald als het aantal deelnemers.
      2. Indien het aantal binnengeschoten reeksen groter is dan het aantal deelnemers wordt het "laag getal" verhoogd.
      3. Indien het aantal binnengeschoten reeksen kleiner is dan het aantal deelnemers, wordt het "laag getal" verlaagd. Dit tot er evenwicht ontstaat tussen de ontvangsten en uitgaven van het "binnenschieten". Het laag getal wordt per doel aangepast door het telkens met een eenheid te verhogen of te verlagen tot er evenwicht is bereikt.
    21. Indien verenigingen geldprijzen van hun leden hebben ontvangen moeten zij ook de eventuele terugbetalingen doen. De wedstrijdbladen plus het uitmaakboek met de uit te betalen en terugvorderbare bedragen moet het volgend jaar aanwezig zijn op de wedstrijd.
    22. Het Criterium :
      1. De laatste reeks van 6 pijlen komt ook nog in aanmerking voor het "Criterium van de Zuiderbond". Dit is een afzonderlijke prijskamp, per vereniging betwist. Compoundschutters worden afzonderlijk geklasseerd en 12 meter schutters hebben ook een apart criterium.
      2. Het blazoen is verdeeld in vierkanten van 12 op 12 cm. waarvan iedere ring het middelpunt uitmaakt.
      3. Als men in de ring of in het vierkant schiet wordt het getal van de ring toegekend. Een pijl welke een scheidingslijn raakt telt voor het hoogste getal.
      4. Voor het "binnenschieten" moet de pijl wel in de ring zitten.
      5. Het totaal punten van de laatste zes schoten wordt nu gemaakt. De beste vijf resultaten der schutters van eenzelfde vereniging worden samen geteld. De inrichtende vereniging met het hoogste puntenaantal wint een trofee plus een geldprijs. De resterende clubs die voldoen aan het criterium, krijgen geldprijzen.
      6. Om de beker van het criterium te winnen, moet een vereniging aan ten minste de helft plus één van het totaal aantal getalschietingen hebben deelgenomen. Alle geschoten wedstrijden komen in aanmerking.
      7. Alle prijzen worden op de Kampioenenavond uitgereikt.
    23. De wedstrijdformulieren moeten meteen na de wedstrijd doorgestuurd worden aan de sportleider van de Zuiderbond. Deze maakt de uitslag en bezorgt het nodige terug aan de vereniging.
    24. Schutters niet aangesloten bij de Zuiderbond kunnen deelnemen maar komen niet in aanmerking voor de ereprijzen en carré. Schutters van de ZB die een 2é maal deelnemen, worden bij hun 2° deelname als niet ZB schutter beschouwd, en kunnen dus alleen binnenschieten.
      1. Niet Zuiderbond schutters moeten wel aangesloten zijn bij een handboogclub, dit i.v.m. verzekering.
    25. Alle onvoorziene gevallen en eventuele betwistingen worden door het Dagelijkse Bestuur van de Zuiderbond geregeld.
    26. Sinds 2008 wordt er door de ZB + 100 euro geschonken aan een eindklassement over alle getalschietingen aan de schutters met de meeste rozen, meeste hoeken, meeste enen, meeste tweeën en de meeste andere ringen. Ook hier kan men slechts 1 prijs winnen. Om in het eindklassement te komen moet een schutter aan het aantal wedstrijden deelnemen welke door de bond bepaald worden.