Zelf Vlaamse pezen maken: Difference between revisions
m (→Materiaal) |
|||
Line 28: | Line 28: | ||
{| border="1" cellpadding="2" align=" | {| border="1" cellpadding="2" align="center" {{table}} | ||
| align="center" style="background:#f0f0f0;"|'''Product''' | | align="center" style="background:#f0f0f0;"|'''Product''' | ||
| align="center" style="background:#f0f0f0;"|'''Fabrikant''' | | align="center" style="background:#f0f0f0;"|'''Fabrikant''' |
Revision as of 23:54, 3 February 2011
Zelf pezen maken
Enkele beschouwingen in verband met Pezen
- De kwaliteit van je pees moet steeds perfect zijn. Bij twijfel vervang je de pees onmiddelijk.
- Hou steeds een ingeschoten reservepees op zak. Neem die mee naar de wedstrijden en hou die op zak tijdens bv. een 3D ronde.
- Wanneer je een accidentele "Dry fire" met een boog gedaan hebt, vervang de pees.. de impact is veel te hard en binnen in de bundels zullen er waarschijnlijk teveel (micro)-scheurtjes aanwezig zijn.. je merkt dit dat je de pees steeds opnieuw moet opdraaien.. niet twijfelen: direct vervangen.
- Inspecteer regelmatig de kwaliteit van de pees, zeker aan de nokken... de pezen die ik al heb weten stuk gaan waren steeds aan de nokken.
- Bij het in gebruik nemen van een nieuwe boog, inspecteer je pees na elke reeks pijlen...
- Bij het inschieten van een nieuwe pees, controleer elke 3-4 pijlen de hoogte van de pees en pas die aan. Schiet niet buiten de range van brace height opgegeven door de fabrikant.
Materiaal
Traditionele materialen zijn linnen, hennep, andere plantaardige vezels, pees (sinew), zijde en huid (rawhide). Hoewel deze materialen de laatste 35.000 jaar hun dienst bewezen hebben worden ze vandaag de dag niet meer gebruikt. De synthetische vezels zijn veel sterker, duurzamer en vooral, zijn resistent aan water.
- Dacron B50: (sterkte per streng = 22.5 kg. , stretch = 2.6%), een polyester (Polyethylene terephthalate (PET)). Omdat het zo sterk is en omwille van de rekbaarheid wordt Dacron veelal gebruikt op houten en oude bogen. Het is gemakkelijk te onderhouden en houdt verschillende jaren.
- Kevlar 7-11 - (sterkte per streng = 31.8 kg. , stretch = 0.8%), ook bekend als Aramide, is een vloeibare polymeer met een hogere densiteit en kleinere diameter dan Dacron, hetgeen resulteert is een grotere snelheid van de pijl. (ongeveer +2 m/s = +6.5 fps sneller). Er zijn een aantal problemen met dit materiaal: 1) door de erg beperkte stretch geeft het een erg hoge belasting op de werparmen van de boog en 2) een Kevlar pees gaat maar een 1000-tal schoten mee voor het breekt omdat het snel slijtage krijgt door het buigen aan de nokken. Zo'n pees breekt snel en meestal zonder (zichtbare) waarschuwing.
- Fastflight - (sterkte per streng = 45.5 kg. , stretch = 1.0%), geintroduceerd in de 1990's. Dit is een Ultra High Molecular Weight Polyethylene UHMWPE materiaal, ook bekend als Spectra. Het is een erg glad materiaal dus de serving moet er erg strak op aangebracht worden. Er is speciaal serving materiaal beschikbaar om dit probleem op te lossen. Fastflight is duurzamer dan Kevlar en verslijt gradueel, m.a.w. je kan aan de pees zien dat ze vervangen dient te worden. Een pees is eenvoudig te maken en is niet duur, dus bij twijfel: direct vervangen! In 2006 werd de productie en export van Fastflight producten verboden door de US regering omdat Spectra ook gebruikt kan worden in kogelvrije vesten. Brownell heeft ondertussen een alternatief zoals het Dyneema-gebaseerde Fastflight Plus.
- Fastflight S4 - (sterkte per streng = 73 kg. , stretch = minder dan 1.0%) wordt gemaakt van 50% Fastflight en 50% Vectran waardoor de strengen sterker zijn. Omwille van de hoge sterkte zijn maar de helft van het aantal strengen nodig dan voor een gewone Fastflight pees. Vectran is een vloeibaar kristal polymeer gelijkaardig aan Kevlar. Door het mengen met Fastflight worden de typische slijtage problemen van typische vloeibare kristal polymeren vermeden.
- Dyneema is een Ultra High Molecular Weight Polyethylene UHMWPE materiaal (polyolefin). Het heeft erg gelijkaardige karakteristieken als Fastflight, maar met een beetje meer stretch. Om deze reden verkiezen veel recurve schutters Dyneema en vinden het meer "vergevingsgezind" dan Fastflight. Dyneema D75 (Brownell) heeft een sterkte per streng van 62.5 kg, Dyneema D75 Thin een sterkte van 50 Kg. Dynaflight97 (BCY) zou 10 fps sneller zijn dan fastflight. FastFlight Plus wordt gemaakt van dyneema.
- Vectran is een polymeer gekend voor een hoge sterkte en lage creep.
- Xcel zou de voordelen van Vectran en Dyneema combineren met een stiller en sneller schot als resultaat. Dit moet nog onafhankelijk bevestigd worden.
Product | Fabrikant | Sterkte | Vezelsoort | Flex. Verlies | Rek | Creep | Ft/lb* | Type | diam. | # strands | Comments |
B50 | Brownell | 50 lbs | polyester | 0% | ++++ | ++++ | 4300 | PolyEster | |||
B500 | BCY | 50 lbs | polyester | 0% | ++++ | ++++ | 4200 | PolyEster | 12-16 | ||
B75 | Brownell | 55 lbs | allied polyester | 0% | +++ | +++ | 4200 | Allied polyester | |||
PENN 65 | BCY | 57 lbs | allied polyester | 0% | +++ | +++ | 4300 | Allied polyester | |||
Fast Flight | Brownell | 95 lbs | Spectra | 5% | + | ++ | 8700 | UHMWPE | |||
Dyna Flight | BCY | 120 lbs | Dyneema | 5% | + | ++ | 8900 | UHMWPE | |||
Fast Flight 2000 | Brownell | 135 lbs | Spectra 2000 | 5% | + | + | 6750 | UHMWPE | |||
Dyna Flight 97 | BCY | 120 lbs | Dyneema SK 75 | 5% | + | + | 6700 | UHMWPE | 14-16 | ||
ASB | Angel | 110 lbs | Dyneema | 4% | + | + | - | UHMWPE | |||
D75 | Brownell | 130 lbs | Dyneema SK 75 | 5% | + | + | 7511 | UHMWPE | |||
450Plus | BCY | 155 lbs | Vectran + Dyneema | 8% | - | - | 4500 | Samengesteld | 12 | ||
S4 | Brownell | 160 lbs | Vectran + Spectra | 7% | - | - | 4020 | Samengesteld | |||
Xcel | Brownell | (?) | 1/3 Vectran + 2/3 Dyneema SK 75 | - | - | - | - | Samengesteld | 0.14 | ||
8125 | BCY | 120 lbs | 92% SK75 Dyneema, 8% GORE fiber | - | - | - | 8200 | Samengesteld | 0.30 | 18 |
Vlaamse pees
Het maken van een Vlaamse pees.
De Vlaamse pees is een fantastisch ontwerp...er komen geen knopen aan te pas om ze te maken... de hele pees, waar toch enorme spanningen op komen te staan wordt bijeengehouden door samengewonden draden.
De lengte bepalen.
Meet de lengte (L) in inch op de rug van de boog van peesgroeve tot peesgroeve en trek er 4" af voor een recurve (L-4) en 3" er af (L-3) voor een longbow. Dit (L-3 of L-4) wordt de lengte van de pees.
Het aantal strengen bepalen die nodig zijn voor je pees
Het aantal strengen per pees is afhankelijk van de sterkte van het materiaal en de kracht van je boog. Als vuistregel zou je kunnen stellen dat je pees 10x-12x de kracht van je boog moet aankunnen. Bv. voor Dacron D50 (50 pond per streng) en een 40#-50# boog worden 12 strengen aangeraden. Voor 50#-70: 14 strengen, voor 70#-80#: 18 strengen.
Het aantal bundels in je pees
Een Vlaamse pees kan je maken met 2, 3 of meer bundels. Verdeel dus het aantal strengen gelijk over het aantal bundels. 3 bundels geeft een mooie ronde pees en is aan te raden. Voor je eerste pees neem je best 2 bundels omdat het dan gemakkelijker is om de stappen te volgen.
Manueel
- Opmerking: de getallen hieronder zijn voor recurve.. pas de lengte aan voor longbow analoog zoals in de stringjig.
- Neem de gewenste lengte van je pees.
- Tel daar dan nog eens 18.64" (47.34 cm) bij op. Dit is de lengte van je langste streng. Deze waarden zijn bekomen door de lengte van de strengen op de pezenbank in een grafiek uit te zetten t.o.v. de gewenste lengte van de pees. Dit is een lineair verband met als formule= y=x+18.64 (inch) of y=x+47.34 (cm).
- Snij het gewenste aantal strengen af op deze lengte, plaats ze in een bundel en zorg dat ze allemaal netjes parallel naast elkaar liggen op dezelfde lengte.
- Om een mooi taps toelopen van de pees te bekomen trim je deze strengen. Een streng laat je in de volle lengte, de volgende trim je aan beide zijden door aan beide zijden 1 cm af te knippen. De volgende streng knip je 2 cm aan elke kan er af, enz. tot de laatste streng.
- Je kan ook gewoon elke streng apart vast nemen en de volgende 1 cm onder de eerste plaatsen en zo een bundel vormen. Op deze manier krijg je vanzelf dit taps toelopend effect. Echter, je pees wordt dan iets langer. Om dit te compenseren moet je van al je strengen evenveel cm afsnijden als dat je strengen hebt min 1.
- Zorg dat ze mooi parallel blijven en niet verschuiven.
- De rest van de proceduce is zoals onder beschreven, maar dan zonder pezenbank.
Pezenbank (String jig)
Een pezenbank is een plankje dat het afmeten en taps doen toelopen van een pees vereenvoudigt. Je kan ook perfect een vlaamse pees maken zonder string jig. Zo'n plankje helpt. Je kan er de lengte van de pees mee varieren door punt D op de pezenbank te verplaatsen en zo de lengte van de windingen langer te maken.File:Pezenbank NL 20100703 print.pdf
- Instructies:
Stel de plug in op de gewenste lengte van de pees. De bovenste positie is voor een 69" pees voor een recurve boog of 70" voor een longbow. Per positie naar onder wordt de pees 1" korter.
- Engelstalige instructies: PDF met engelstalige instructies voor het gebruik van de pezenbank.
Een Vlaamse pees maken: Stap voor stap
- Plaats de spoel met draad op een pin die je in een bankvijs plaatst. Dit maakt het werken gemakkelijk.
- Stel de string jig in op de juiste lengte.
- Knoop de draad vast aan punt A op de string jig.
- Ga met de draad van punt A --> B --> C --> D --> E
- De tweede winding start je in punt A': het tweede nageltje op de pezenbank onder punt A.
- Herhaal dit tot je het gewenst aantal draden hebt.
- De laatste draad breng je terug naar punt A (bovenaan) en span je strak over punt B.
- Zorg dat de verschillende windingen mooi naast elkaar liggen en elkaar niet overlappen.. dat maakt het nadien gemakkelijker om de strengen parallel te houden.
- Hou de bundels op hun plaats en snij met een scherp mes of schaar de draden in het midden tussen de nageltjes door.
- Zet aan beide uiteinden 10" goed in de was. Zorg ervoor dat de strengen mooi parallel gestrekt liggen voor je tweede kant in de was zet. Zowel commerieel beschikbare was als natuurlijke bijenwas zijn erg geschikt.
- Herhaal stap 1-9 voor de andere bundel(s)
- Plaats een wasknijper op elke bundel net boven het deel dat je in de was gezet hebt.
- Je zou kunnen overwegen, vooral dan voor pezen met een klein aantal draden, om de pees aan de nokken iets dikker te maken (=padding). Hiervoor kan je in de lussen extra draden inwerken. Je kan hier B50 voor gebruiken of hetzelfde materiaal als je voor je pees gebruikt. Leg de extra draden samen met de bundels en zorg dat ze 1) aan de kant van de tapering korter zijn dan je andere draden en 2) dat je aan de kant van je pees ook een tapering inbouwt rond de 11" (longbow) of 12" (recurve).
- Meet 8" af op de bundels. 9" voor een recurve. Dit wordt de eerste lus van de pees. Maak deze ruim genoeg zodat je deze over de boog kan schuiven.
- Longbow:
- Bovenste lus: meet 8” van einde, draai 2½” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
- Onderste lus: meet 7½” van einde, draai 2” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
- Recurve:
- Bovenste lus: meet 9” van einde, draai 3½” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
- Onderste lus: meet 8” van einde, draai 2½” op, plooi dubbel en draai 4½” op.
- Longbow:
- Neem de bundels in je linker hand tussen duim en wijsvinger met het langste stuk naar links, en het uiteinde (het deel dat je gaat opdraaien) naar rechts.
- Draai een stukje (1.5 cm) van de eerste bundel op. Draai weg van jou totdat je voelt dat de bundel strak opgedraaid is. Het is belangrijk dat je dit vrij strak doet. Wanneer je dit stuk vrij strak doet, past de pees gemakkelijk in de nokgroeve van je boog. Draai niet een te lang stuk van een van de bundels op: 1 cm tot 1.5 cm is perfect en hou de spanning in de bundel.
- Plooi dan de opgedraaide bundel strak over de andere bundel en klem deze tussen duim en wijsvingers. Zorg er voor dat de bundel tijdens het wisselen niet los draait. Hou de spanning in de bundel terwijl je die over de pees naar je toe brengt. Met wat oefening slaag je er in om met je ringvinger en middenvingen van je linkerhand de ene bundel strak te houden wanneer je met je rechterhand de opgedraaide bundel naar je toe haalt.
- Herhaal stap 13 en 14 voor de andere bundel(s) en blijf dit doen todat je (2-2.5" longbow / 3.5" recurve; zie boven) inch gemaakt hebt. Zorg dat dit over je boog past zodat je die een 6-10 tal inch over je boog kan schuiven zodat je de pees gemakkelijk op de boog kan aanbrengen.
- Plooi dit stuk dubbel en breng de bundels van dezelfde kleur bij elkaar. Zorg dat de spanning op de bungel behouden blijft, dit zorgt ervoor dat het gevlochten deel vast blijft zitten.
- Zorg dat de strengen mooi parallel naast elkaar liggen en bevestig met een wasknijper alle strengen samen voor je de lus sluit en aan de splice begint. Dit is nodig voor later. (zie verder). Je hebt nu voor een pees met 2 bundels in totaal 3 wasknijpers aan een uiteinde.
- Voer nu hetzelfde proces van stap 12-14 tot je 4.5 inch gemaakt hebt om de eerste splice te vormen. Draai de strengen vrij strak op, het is de kracht in deze winding die de pees mee bijeen houdt. Controleer dat de lus mooi taps versmalt naar binnen toe.
- Plaats een wasknijper op het einde van het opgewonden deel (eerste splice) zodat dit niet kan afrollen.
- Zorg dat beide bundels evenwijdig liggen naast elkaar, even lang zijn en niet verward zitten. Wanneer een van de bundels nog getorst is, zullen de strengen niet mooi in elkaar passen wanneer je de pees opdraait.. Door het mooi parallel leggen van de strengen in de bundels krijg je tijdens het opdraaien een mooi ronde pees.
- Omdat tijdens het vormen van een lus de bundels getwist worden en omdat voor de tweede lus het uiteinde vast is, zullen tijdens dit proces de bungels getorst geraken. Dit is nadelig omdat je dan voor de pees (middenstuk) kabels rond elkaar moet draaien ipv dunne vezels. Een oplossing hiervoor is om tijdens het maken van de bovenste lus de onderkant samengeklemd te houden. De kabels onder de lus zullen dan opgedraaid zijn. De reden dat we de onderkant (andere kant dan waar we de lus aan het vormen zijn) vast hebben gemaakt met bv een wasspeld is dat we nu zorgvuldig kunnen tellen hoeveel keer we de bundels moeten draaien om alle torsie er uit te halen. Wanneer alle torie uit een bundel uit is, ga dan verder in dezelfde richting en draai hetzelfde aantal windingen verder op zodat de bundel terug opgedraaid wordt. Meestal zal dit rond de 30-35 windingen liggen. Voor dunnere pezen kan dit gemakkelijk oplopen tot 60 volledige windingen. Wanneer we dan de tweede lus gaan vormen zal tijdens het twisten van de bundels deze torsie langzaam terug gecompenseerd worden zodat wanneer de lus af is alle vezels mooi parallel liggen. Dit is een erg belangrijke stap om een mooi ronde pees te bekomen. Hou dus tijdens het maken van de tweede lus de torsie in de bundels goed in het oog en stop wanneer alle torsie uit de bundels uit is.
- Vooral wanneer je met 3 kleuren werkt, is het wenselijk en vaak ook erg mooi dat de 3 kleuren bij het opdraaien van de pees (zie verder) ook mooi naast elkaar in de pees zullen liggen. Echter, omdat voor een optimaal resultaat de strengen in de bundels parallel moeten liggen in dus niet getorst mogen zijn, zullen de strengen met elkaar mengen wanneer de pees opgedraaid wordt waardoor je niet een perfect resultaat bekomt. De splice boven en onder aan de pees zorgt wel voor een aanzet, maar dat is niet voldoende. Om dit te verhelpen kan je de bundels apart over de hele lengte in de was zetten voor je de pees opdraait.. op die manier beginnen de bundels bij elkaar en is de kan groter dat ze ook in de uiteindelijke pees mooi naast elkaar zullen liggen.
- Maak nu de tweede lus door stap 11-18 te herhalen. Deze lus (onderkant van de boog) mag kleiner zijn: Longbow: 7.5" afmeten, 2" opdraaien, plooien, 4.5" afwerken. Recurve: 8" afmeten, 2.5" opdraaien, plooien, 4.5" afwerken.
- Alhoewel ideaal het aantal windingen in de tweede splice exact even veel is als in in de eerste, is dit in de praktijk niet altijd even gemakkelijk. Na het "afdraaien" en "verder draaien" van de bundels kan je best tegen het einde van de splice goed in 't oog houden wanneer je strengen terug mooi afgewonden zijn en terug parallel liggen. Hoe beter je dit lukt, hoe mooier rond je pees zal zijn.
- Het loont zeker de moeite om na het maken van het eerste oog en plice om:
- Het aantal windingen te tellen die nodig zijn om de strengen in de bundels parallel te krijgen.
- Per bundel, de strengen van elkaar los te maken, netjes parallel te leggen en terug in de was te zetten. Als je met verschillende kleuren werkt kan je hier heel de bundel in de was zetten.
- Het aantal extra windingen aanbrengen in elke bundel
- Tweede oog/splice maken... en stoppen met het verlengen van de splice wanneer je ziet dat de bundels parallel zijn.
- Zorg dat de strengen niet verward zitten en mooi even lang en evenwijdig aan elkaar zijn voor je deze op de boog aanbrengt.
- Schuif de grootste lus over de bovenkant van de boog op de lat.
- Draai de onderkant van de pees TEGENWIJZERSZIN op totdat je de pees voldoende hebt ingekort en voldoende windingen per inch hebt bekomen. Hou de pees goed strak wanneer je dit doet.. dit zorgt voor een gelijkmatige winding.
- Span de pees op je boog en breng was aan. Wrijf de was uit met een stukje leder of stevig papier zodat deze smelt en tussen de vezels komt.
- Rek de pees uit door op de nokken van je boog te drukken (voorzichtig). Pas de standhoogte telkens opnieuw aan door de pees verder op te draaien indien nodig.
- Wanneer je de pees opdraait en je merkt dat de pees eigenlijk op zichzelf begint op de draaien omdat er teveel torsie op zit, dan moet je de pees zelf korten maken. Een te sterk opgedraaide pees is een risico om te breken omdat de krachten die door de torsie en de spanning ontstaan extreem hoog zijn.
- Brownell raadt aan om 1 winding in de pees aan te brengen voor elke 2-3" pees. Je kan dit op je pees afmeten. Indien je er over gaat weet je dat je eigenlijk al te ver aan het opdraaien bent.
- De opgegeven lengtes zijn indicatief: iemand die de bundels harder opdraait tijdens het maken zal een kortere pees bekomen. Ook een pees met 3 of meer strengen zal een iets kortere pees opleveren. Experimenteer hiermee en zet je bevindingen mee op deze pagina.
- Wanneer je een Vlaamse pees maakt met 3 bundels is het resultaat mooier rond en maakt de pees een beter geluid. De procedure is gelijk, wind de bundel op weg van jou en draai de bundel over de pees naar je toe. Herhaal dit voor elke bundel.
De serving aanbrengen
Breng de serving pas aan op de pees nadat de pees zich gezet heeft en niet meer uitrekt. Je kan eventueel een tijdelijke korte serving aanbrengen op het nokpunt en de pees een tijdje rekken/inschieten. Breng pas nadien de definitieve serving aan. Anders gaat het nokpunt verschuiven en de serving los komen. Als algemene regel geldt dat de serving 3" boven het nokpunt en 5" onder het nokpunt moet aangebracht worden.
- Breng 1" servingdraad plat op de pees aan en begin de servingdraad over dit stuk te leggen, ongeveer op 6-7" onder het nokpunt.
- Breng ongeveer een halve inch servingdraad aan en snij dan het resterende stuk (dat op de pees ligt en waarover je de serving aan het leggen bent) af.
- Maak de serving over een afstand van 7" - 9". Hoe minder hoe beter omdat een langere serving een groter gewicht is op je pees. De serving moet voldoende zijn om je pees te beschermen.
- Hou op het einde nog een stuk van 10" serverdraad over en snij het af.
- Start de reverse-serving.
- Breng het midden van de servingdraad op de andere kant van de pees aan (Figuur A) en breng een 6-tal windingen aan in de omgekeerde richting dan waarin je de rest van de serving aangebracht hebt. (Figuur B)
- Leg het uiteinde van de serving draad over de pees en op de aangebrachte serving. (Figuur C)
- Begin nu de lus af te winden waarbij je aan de andere kant de serving verlengt, over het stukje uiteinde. (Figuur D)
- Wanneer je alle windingen los gemaakt hebt, heb je nog een lus in je handen. Hou die strak en trek die klein en onder de serving door aan het uiteinde van de servingdraad te trekken. (Figuur E)
- Snij het uitstekende stuk servingdraad af.
- Zorg dat de serving niet extreem strak gewonden is daar dit een oorzaak kan zijn van het breken van de pees.
- Let goed op tijdens het aanbrengen van de serving dat de windingen netjes naast elkaar liggen.
Enkele voorbeelden
Omwille van een aantal parameters zoals brace height, graad van recurve, enz. het bepalen van de lengte van de pees nogal kan varieren zijn hieronder een aantal voorbeelden.
- Hoyt Dorado
- Lengte boog gemeten via rugzijde: 59"
- Lengte op pezenbank: 56" Recurve
- 3x5 draden Dynaflight97.
- Bickerstaffe longbow:
- Lengte boog: 71" (6.5" brace height)
- Lengte op pezenbank: 70" Longbow
- Bearpaw Quickstick: 60" opgegeven lengte
- Lengte op pezenbank: 61" Longbow
- 3x5 draden Dynaflight97.
- Bearpaw Raven: 64"
- Lengte op pezenbank: 61" Longbow
- 3x5 dragen Dynaflight97
- eerste oog: 8.5", 3" opdraaien, 4.5" splice, tweede oog 8", 2.5" opdraaien, splice tot strengen in bundels parallel lopen.
- Bearpaw Mingo:
- Lengte op pezenbank: 45" Recurve
- Bearpaw Bearstick, 50#
- Opgegeven lengte van boog: 66"
- Gemeten lengte van peesgroeve tot peesgroeve over de achterkant van de boog: 66.5" (L=66.5")
- De peeslengte zou dus 66.5"-3"=63.5" moeten zijn. We hebben geopteerd voor een pees van 64", volgens de "longbow" instellingen.(eerste markering in punt "D"=70").
- Door de spanning bij het opdraaien van de lussen aan te passen en wat harder te maken, wordt de pees iets korter.
- 3x5 strengen Fast Flight Plus.
Eindeloze lus
Hieronder een bestand met erg veel informatie over verschillende manieren om pezen te maken, voornamelijk van het type "eindeloze lus". Media:EwPR pezen maken.pdf Het is een eindwerk van een B-trainer.... er staan een aantal erg nuttige tabellen in, sommige van zijn conclusies zijn niet helemaal correct. Toch is het een werk waar erg nuttige zaken in vermeld staan. Filter dus het goede er uit.