11-stappen methode: Difference between revisions

From Pijl en Boog
Jump to navigationJump to search
(Created page with '= 11-stappen methode = De 11-stappen methode is een goede methode om een schot "van de grond op" op te bouwen. Bouw steeds rustig je houding op.. neem je tijd en ga stap voor s…')
 
Line 2: Line 2:


De 11-stappen methode is een goede methode om een schot "van de grond op" op te bouwen.  
De 11-stappen methode is een goede methode om een schot "van de grond op" op te bouwen.  
Bouw steeds rustig je houding op.. neem je tijd en ga stap voor stap de verschillende onderdelen die je schot voorbereiden af. Bouw zo weinig mogelijk beweging in je schot in. Hou je boog stil en trek rustig en stabiel aan. De tekeningen hieronder zijn afkomstig uit het recurveschieten, de technieken gelden eveneens voor instinctief schieten.
Bouw steeds rustig je houding op.. neem je tijd en ga stap voor stap de verschillende onderdelen die je schot voorbereiden af. Bouw zo weinig mogelijk beweging in je schot in. Hou je boog stil en trek rustig en stabiel aan. De tekeningen hieronder zijn afkomstig uit het recurveschieten, de technieken gelden eveneens voor instinctief schieten. Er zijn hiervoor verschillende varianten (10-stappen methode, 13-stappen, ....) maar ze komen allemaal op hetzelfde neer: een shot stap voor stap van de grond op opbouwen.


# Stand:
# Stand:

Revision as of 04:19, 17 April 2011

11-stappen methode

De 11-stappen methode is een goede methode om een schot "van de grond op" op te bouwen. Bouw steeds rustig je houding op.. neem je tijd en ga stap voor stap de verschillende onderdelen die je schot voorbereiden af. Bouw zo weinig mogelijk beweging in je schot in. Hou je boog stil en trek rustig en stabiel aan. De tekeningen hieronder zijn afkomstig uit het recurveschieten, de technieken gelden eveneens voor instinctief schieten. Er zijn hiervoor verschillende varianten (10-stappen methode, 13-stappen, ....) maar ze komen allemaal op hetzelfde neer: een shot stap voor stap van de grond op opbouwen.

  1. Stand:
    1. Haaks op de schietlijn gaan staan met je voet evenwijdig
    2. Sta met lichtgebogen benen, bekken lichtjes naar achteren kantelen
    3. Zorg dat je stabiel en gemakkelijk staat met een laag zwaartepunt
  2. Booghand:
    1. Plaats je booghand zo dicht mogelijk bij de pijl
    2. Let er wel op dat je de druk van de boog voelt op de muis van je hand (deel van je handpalm net naast de duim).
    3. Zorg dat je kneukels van wijs- en middenvinger in een hoek van 45 graden komen met je boog
    4. Boog normaal vasthouden, niet knijpen.
    5. Dit is erg belangrijk.. wanneer je het handvat vastknijpt zal je altijd een torsie spanning op de boog zetten en wanneer je dan lost draai je de boog een beetje naar links/rechts wat het schot niet ten goede komt. Door de boog net los genoeg vast te houden (“..alsof je een vogeltje vast houdt..”) krijg je dit probleem niet.
    6. Hou je boog stil... "alsof die in een bankvijs vast zit..", maar knijp niet.
  3. Trekhand /-arm:
    1. Plaats de vingers zorgvuldig op de pees zorg dat de afstand van de vingers altijd het zelfde is
    2. Haak in het eerste kootje
    3. Hou je hand en arm ontspannen
    4. De rug van je hand is ontspannen en is recht in lijn met rest van arm..geen kracht op pols zetten..laat het polsgewricht denkbeeldig mee uitrekken.
  4. Voorspanning:
    1. Deze spanning is nodig om de setting van de booghand en trekhand vast te zetten.
    2. Een goede manier (die het schieten met een veter nabootst) is om de voorspanning aan te trekken (2 tot 3 inch) met de vingers van je booghand open.. op die manier zit je hand goed. Maak dan een lus met de tip van de wijsvinger en duim van je booghand... je andere vingers sluit je rond je handvat zonder kracht te zetten... je vingers mogen je boog net raken..
    3. Je weet nu dat alle voorgaande stappen goed staan, dat je je boog goed vast hebt, dat je je pees goed vast hebt.. m.a.w. op die zaken hoef je al niet verder te concentreren, je kan je nu concentreren op de volgende stappen.
    4. Hou die voorspanning vast, hierdoor verschuift je hand niet meer.
  5. Focussen:
    1. Zorg dat je focust op het doel, enkel het doel telt nu..
    2. Kijk enkel naar het doel, kijk naar een klein puntje of gaatje in het doel en focus daarop: daar gaan we de pijl naar toe sturen.
  6. Boog omhoog brengen en boogarm uitstrekken:
    1. Breng de boog in positie.. hou je boog stil.. Zoals Byron Ferguson zegt:”Hou die zo stil alsof die in een bankvijs vast zit..”.
    2. Zorg ervoor dat je boogschouder laag en vlak hebt met de elleboog naar buiten gedraaid
    3. Hou je boogarm lichtjes gebogen, dat gaat gemakkelijk door je boogarm naar buiten te draaien.
    4. Dit is belangrijk omdat je boogarm dan ook als natuurlijke schokdemper dienst doet. Door dit te doen vermijd je kwetsuren later, zeker als je dan met zwaardere bogen gaat schieten.
    5. Hou je elleboog van je peeshand hoog genoeg (dit is nodig in een verdere stap om met je rugspieren aan te trekken).
  7. Boog licht kantelen:
    1. Kantel je boog ongeveer 5-10 graden en kantel je hoofd zodat die in lijn staat met de boog
    2. Het voordeel hiervan is dat, doordat je je boog lichtjes kantelt, dat je je doel (dier/3D doel) beter kan zien met je beide ogen zodat je hersenen de afstand kunnen inschatten. Ook, door je hoofd lichtjes te kantelen breng je de pupil van je dominante oog recht boven de nok van de pijl, hetgeen het richten gemakkelijker maakt.
  8. Uittrekken naar ankerpunt:
    1. Hou je doel heel de tijd scherp in het oog en verlies het geen seconde uit het oog. Focus je enkel op je doel.
    2. Trek je pees in een rustige en vloeiende beweging naar je ankerpunt terwijl je het doel (dat stipje in het doel) geen milliseconde uit het oog verliest.
    3. Doordat je in stap 7 je hoofd lichtjes gekanteld hebt, komt de nok van de pijl nu net onder je pupil. Oefen dit en laat een vriend nakijken of de nok onder je pupil staat.
  9. Ankeren rug spanning:
    1. Hier kan je kiezen: een hoog anker positie met de middelvinger in de mondhoek of een laag anker positie met de wijsvinger in de mondhoek. In principe is het dat hoe dichter je de nok van de pijl bij je oog kan brengen, hoe kleine de afwijking.
    2. Anker en let er op dat de rugspanning het overneemt van de biceps:
    3. Elleboog hoog houden
    4. De trekarm (hand, pols, onderarm) ontspannen houden; je vingers, met je hand uitgerekt, houden de pees vast.
    5. Schouderbladen naar elkaar toe brengen en hou de spanning op de pees.
  10. Lossen:
    1. Als alles goed is laat dan na ongeveer 2 à 3 seconden de pees los door het ontspannen van de vingers en je hand.
    2. Je zult merken dat je hand automatisch naar achteren gaat omdat de rugspanning nog aanwezig was.
  11. Narichten:
    1. Laat je boog in de richting van het doel wijzen en laat je boog pas zakken wanneer de pijl het doel heeft geraakt.
    2. Blijf je focussen op het doel en als het goed is dan zie je pijl vliegen en inslaan op het doel.


Beoordeel ook de vlucht van je pijl. Die moet in een vlotte beweging naar zijn doel gaan.

Zorg voor een snelle feedback over het resultaat... Dit is belangrijk in een leerproces. Beoordeel elk schot onmiddellijk... wees streng voor jezelf en prijs je ook wanneer je het goed doet. Verleg telkens je grenzen zodat de uitdaging steeds opnieuw voor een nieuwe fase in het leerproces zorgt.

Omdat instinctief schieten net vraagt dat je niet analytisch nadenkt om een schot te plaatsen is het belangrijk dat je je geest in een speelse toestand brengt. Spelen is eigenlijk leren. Door te spelen leer je sneller en beter.